Zal kapitaal in de eigen staart bijten?

De omkering van overbodige luxe en primaire noodzaak

Onlangs hoorde ik dat Apple 30 miljard dollar op diens zichtrekening zou hebben staan. Ik praatte er met een vriend over. “Geweldig, toch, dat innovatie zo veel investering krijgt?” Ik vind het inderdaad geweldig om thuis vanuit mijn zetel met mijn computer draadloos Netflix naar mijn tv te ‘swipen’, en de beloften van virtual reality en artificial intelligence zijn torenhoog. Maar wanneer we deze gigantische geldstromen bekijken naast de stille hulpkreten van zij die in het onderwijs, in de cultuursector of in de zorgsector staan, van zij die buiten de onzichtbare en krimpende koepel van de monetaire elite staan, van zogenaamd ‘verwaande millennials’ die samenhuizen en hun pollen mogen kussen wanneer ze de eer krijgen om uitgebuit te worden in de vorm van flexi jobs, als we zien dat er steeds minder geld is voor gezondheidszorg, cultuur en onderwijs, maar wel meer dan voldoende voor een gratis iPhone bij een telefoonabonnement, als we zien dat ouderen langer moeten werken terwijl jongeren hunkeren naar jobs en het bij gebrek aan beter moeten doen in de vorm van freelance, zelfstandige of simpelweg onbetaalde stages, dan is het tijd om met de vuist op tafel te slaan.

Dat wat in principe secundair is aan de primaire behoeften van het volk, is primair geworden en geld voor zorg, openbaar vervoer, onderwijs en sociale zekerheid is intussen een secundair “luxueus” neveneffect geworden van de “primaire” markt van luxeproducten. Investeringen in de publieke sector worden maar getolereerd in het licht van overschot in de investeringseisen van de genotsindustrie, die, in tegenstelling tot de publieke sector, wel serieus zou zijn. Onderwijs is meer iets voor dromers, toch? Zorg, dat is voor naïeve humanisten en wilde weldoeners, en betaalbaar openbaar vervoer, daar pleiten toch enkel bakfietssocialisten voor.

“Get real”

Wie is hier eigenlijk aan het dromen? Er gaat een zeer grote stroom aan investeringen naar de ontwikkeling van virtual reality en de rijksten zijn bezig met het onderzoeken van mogelijkheden om naar Mars te verhuizen, voor wanneer het geval zich voordoet dat de boel hier onleefbaar is geworden. In São-Paolo zweeft de elite intussen letterlijk in de lucht, daar worden helikopters gebruikt voor hun vervoer, om zo de confrontatie met het volk te vermijden, dat honger heeft, en dus tot alles in staat. De uitdrukking ‘voetjes op de grond’ mag hier letterlijk genomen worden. De wereld rondvliegen is nog nooit zo goedkoop geweest, door zwaar gesubsidieerde kerosine, terwijl het peperduur is om de trein te nemen naar pakweg het zuiden van Frankrijk – het elektrische vervoersmiddel bij uitstek dat niet rijdt op zwaar vervuilende batterijen.

Anti-kapitalisme is bovendien zelf al onderdeel van de markt geworden. Anti-consumptie zit al binnen consumptie zelf (zonder suikers, zonder additieven, zonder bewaarmiddelen, fair trade, biologische landbouw, … anti-consumeren dus). Vredelievend verzet staart met honger op de kruimels van de verloederde restanten van de ‘derde weg’. In Nederland diagnosticeert men de situatie van onmogelijk vredelievend verzet onder de term ‘activist burn-out’.

Zal het kapitaal in de eigen staart bijten? Het probleem is niet iets toevalligs, het is wereldwijd en we kunnen dat niet ontkennen. Daarom is het onze enige optie om het onmogelijke te eisen, om de tafels 180° te draaien en de financiële markt op haar knieën dwingen, ze is per slot van rekening onze eigen creatie.

Ik wil in een maatschappij leven waarin de publieke sector kan zeggen: er staat 30 miljard euro onaangetast op onze rekening, eventueel zouden we onze overschotten wat kunnen uitdelen aan de private sector, als goodwill, “live aid”, om ons ook in wat extra plezier te kunnen voorzien, maar dat wel volgens onze regels. Misschien wil ik wel in een maatschappij leven waarin het woord ‘publieke sector’ zichzelf reeds heeft opgelost, omdat er niets anders meer is dan dat.

Daarom hebben we op z’n minst een taal nodig die de omnipotentie van kapitaal ten aanzien van sociale noodzaak omkeert. In het verleden hebben we daarvoor woorden als ‘communisme’ gebruikt. Niet voor niets wordt deze term als taboe beschouwd. Misschien is het tijd om het te reanimeren en te actualiseren, om onze strijd te durven benoemen in daadkrachtige woorden als communistisch, en waarom zelfs niet als ‘dictatuur van het proletariaat’?

Wat willen we eigenlijk?

De vrije markt is niet meer levensvatbaar en geen toekomstig alternatief voor ons. Het kan niet om met actuele problemen rond immigratie, ecologie, gezondheidszorg en intellectueel eigendom. De vraag is niet “Hoe kunnen we de economie meer zuurstof geven?” of “zijn we de beste leerling van de klas wat betreft besparingen?”, de vraag is “hoe kan de economie ons het meeste zuurstof geven?”, en dus “wat willen we eigenlijk zelf?”

Marx voorspelde de zelfvernietiging van het kapitalisme maar dit is een voorspelling die we ook zelf moeten meetellen als dusdanig. We kunnen vernietiging niet vragen te temperen, maar we kunnen de bron van vernietiging wel zelf vernietigen. We kunnen uitbuiting niet smeken om mildheid, maar we moeten wel uitbuiting zelf op de knieën dwingen. We moeten op besparingen besparen en we mogen gerust een stuk meer eisen voor sociale voorzieningen dan we denken nodig hebben.

Laten we echter niet, zoals Stalin dat deed, in een historische noodzakelijkheid geloven ten aanzien waarvan elke terreur gerechtvaardigd is. In plaats van te zeggen ‘we zijn voor alles verantwoordelijk, maar de noodzaak van het communisme staat boven ons’ – of ‘we zijn voor alles verantwoordelijk, maar de vrije markt werkt volgens haar eigen regels’, moeten we de idee van politieke verantwoordelijkheid verschuiven naar de formule ‘er is niets waarvoor we niet verantwoordelijk zijn’. Daarom is de dictator trouwens altijd al het proletariaat zelf geweest, al was het in negatieve vorm: in de vorm van een fascinatie voor het heersende, dat vandaag is gereïncarneerd in de vorm van de onzichtbare hand van de vrije markt. Dictatuur van het proletariaat wil niets meer zeggen dan het opeisen van de publieke ruimte die we altijd al zelf gecreëerd hebben. Het is de naam van het feit dat er geen hogere orde boven ons staat, maar dat die hogere Zaak altijd al ons eigen werk is geweest. Het is de naam voor het feit dat we voor onze medemens werken en daar onze verantwoordelijkheid, de productiemiddelen en producten voor opeisen. Het is de naam voor het niet meer gehoorzamen aan een tot God verheven onzichtbare hand die ons, zo het sprookje wil, met zijn lange vingers, de weg naar het land van melk en honing zou wijzen.

De werkelijke, moeilijke vraag is “wat willen we eigenlijk zelf?”, en het idee van de onzichtbare hand van de vrije markt versluiert voor ons het ongemakkelijke gegeven dat dit eigenlijk een open vraag is. Ja, de teerling is geworpen, maar door er enkel en alleen naar te staren en deze te accepteren als enige mogelijke realiteit, komen we niet op het idee, hoe eenvoudig het ook is, dat het mogelijk is deze dobbelstenen met de hand vast te nemen en opnieuw te werpen. Dat lijkt intussen in Frankrijk te gebeuren.

Waait de sociale onrust van Frankrijk over naar België?

Spoorwegenwerkers, vakbonden over het algemeen, studenten uit heel Frankrijk en de bio-boeren en anarchisten uit de ZAD regio (Zone-à-défendre) strijden al meer dan een maand, in hun verschillen verenigd tegen de almacht van het kapitaal. Van de vakbonden doen intussen de spoorwegenwerkers, de post, de zorgsector, luchtvaart, elektriciteitsvoorziening, ambulanciers, openbare financiën, sociale werkers, Carrefour en andere sectoren mee, en vanaf morgen wordt een sector-overkoepelende algemene staking afgekondigd. Van de universiteiten zijn die van Tolbiac, Paris-Nanterre, Sciences Po, Paris 8, Paul Valéry in Montpellier, Jean Jaurès in Toulouse, Mont-Saint-Aignan in Rouen, Rennes-II, Strassbourg, Nancy, Metz, Bordeaux en Marseille volledig of partieel geblokkeerd. In tussentijd waren massale stromen solidaire burgers naar de ZAD afgezakt om de strategie van de strijd van Hercules tegen de Hydra toe te passen: alles wat wordt afgebroken door oproerpolitie bouwden ze dubbel terug. Het engagement is groot genoeg om de zware klappen te incasseren. Vreemd genoeg komt er in België nagenoeg niets van in de media, horden gewonden worden stilgezwegen en slechts de schade bij de zwaar uitgeruste en bewapende politie worden belicht – de enige berichtgeving in de Morgen over deze kwestie droeg de titel “Negen politieagenten gewond bij gewelddadig protest in Frankrijk”[1].

Desalniettemin heeft het protest in Frankrijk reeds de eerste vruchten afgeworpen. De zorgkundigen in het psychiatrisch centrum la clinique des Pré de Théza, bijvoorbeeld, hebben 11 procent opslag gekregen, 30 euro opslag op zon- en feestdagen en twee extra betaalde stakingsdagen. Dit toont dat er mogelijkheden zijn, maar de beweging staat nog in de kinderschoenen.

Ook bij ons is er een vonk overgewaaid met de blokkeringsacties van de socialistische vakbond bij Lidl. Dit begon in Wallonië, maar ook alle distributiecentra in Vlaanderen zijn intussen geblokkeerd. Er blijken bovendien sociale spanningen te zijn bij Brussels Airlines, Telenet en AB InBev. “Het is geen toeval dat de stakingen samenvallen.”, zegt Geert Van Hootegem, directeur bij het onderzoeksinstituut voor arbeid en samen­leving HIVA (KU Leuven) in de Standaard, “Actievoerders inspireren elkaar. Als werknemers zien dat er door acties bij een ander bedrijf oplossingen uit de bus komen, zullen ze ook hun kans wagen. De golf van onrust zal zich nog uitbreiden.”[2]

De spanning is aanwezig en de mogelijkheid is groot dat de hitte van Frankrijk naar België overwaait. De formule die daar werkt is deze van solidaire strijd tussen studenten en vakbonden. Hier bij ons moeten we dringend de koppen samen te steken en bruggen bouwen tussen studenten die een andere toekomst willen enerzijds en vakbonden die voor hun sociale rechten strijden anderzijds. Millennials hebben er alle baat bij om ook op 16 mei op te komen voor de grote pensioenbetoging met eigen voorstellen, te meer omwille van de falende sociale vangnetten bij werkloze jongeren en net afgestudeerden. Er komt een tsunami van automatisering aan en tegelijk wordt er beslist dat mensen langer aan het werk moeten blijven. In plaats van de pensioenleeftijd te vervroegen om dat gat op te vullen en plaats te maken voor jonge werknemers die nu geen werk vinden, wordt de pensioenleeftijd opgetrokken en het reserveleger werklozen vergroot, zodat jonge mensen uiteindelijk wel verplicht worden om zich te laten exploiteren als freelance of flexi-jobber. Daardoor dreigt een generatie sterk achteruit te gaan wat betreft financiële stabiliteit en sociale rechten. Millennials kunnen hun twee pollen kussen als ze al worden uitgebuit. Het is onmogelijk aan het worden voor hen om een auto te kopen – vandaar het succes van cambio autodelen, of een huis te kopen – vandaar de opkomst van cohousing en airbnb om de kosten te dekken.

Wij zijn niet degenen die aan de zijlijn staan van het geheel van de kapitalistische hegemonie, we staan er middenin. Daarom kan enkel vereniging in de strijd van vakbonden, intellectuelen, jongeren, vluchtelingen, feministen, studenten, … een ‘efficiënte onmogelijkheid’ aanbieden waarop elk politiek antwoord in termen van de vrije markt uiteindelijk niets anders kan doen dan tekortkomen. Door dus het product van het kapitalisme serieus te nemen wordt de vertegenwoordiging van kapitaal met zijn eigen onmogelijkheid geconfronteerd. Hoewel verschillende vormen van strijd op het niveau van hun inhoud verschillend lijken, en hoewel we dat verschil als barrière zien om samen te werken, is deze barrière net de mogelijkheidsvoorwaarde voor een politieke eis die verder gaat dan een concrete vraag: het toont de noodzaak van een ander politiek axioma en de afwezigheid van dat andere axioma wordt slechts ‘objectief’ aanwezig door het probleem publiek bloot te leggen op straat en in de (sociale) media.

[1] https://www.demorgen.be/buitenland/negen-politieagenten-gewond-bij-gewelddadig-protest-in-frankrijk-b2346749/

[2] http://www.standaard.be/cnt/dmf20180430_03490604

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *